Afgelopn zondag 26-1-2020 heb ik bij Kermis in de hel voorgelezen uit mijn boek 'De stem van Lena'
En een frasment uit mijn boek in wording met als werktitel 'De kans'
hieronder het fragment
‘Vandaag wil ik
het hebben over de duisternis versus het licht, ofwel over de gedachten achter
onze geblokte vloer. U ziet dat die zwart wit is. Dat is hij in al onze
vrijmetselaarsgebouwen. We hebben veel symbolen die gaan over duisternis en
licht.’
Deze statige ruimte met de hoge ramen met vitrage, die de wereld
buitensluiten, is inmiddels vertrouwd voor Erik. Telkens verwondert hij zich
over de, voor hem waardevolle, lezingen van de vrijmetselarij. Goed om de
mensen om je heen beter te begrijpen en de problemen die op je pad komen te
kunnen bolwerken. Voorzichtig heeft hij het een keer in een gezelschap laten
vallen en iedereen keek hem vreemd aan. Sindsdien vertelt hij niemand dat hij
ze bezoekt, bang dat ze hem voor gek verklaren. Zelf voelt hij zich
aangetrokken tot de duisternis. Het lijkt of je dan beter na kunt denken, je
wordt minder afgeleid en het geeft rust.
Een wat gezette
donkere man gaat naast hem zitten tijdens de koffie. ‘Iedereen houdt toch van
het licht. Wie houdt er nou van duisternis?’
‘Het leven
bestaat uit licht en donker. Dag en nacht. En in ons leven is het niet altijd
licht.’
‘Dat is waar.
Toch houd ik meer van het licht.’
Hans, grijs met donkere
priemende ogen, gaat zoals vaker de laatste tijd tegenover hem zitten. ‘Hoe
vonden jullie de lezing?’
‘Interessant, zoals altijd.’
Erik wijst naar zijn buurman. ‘Ik had het er net over met mijnheer hier, het
leven is inderdaad licht en donker. Mijnheer houdt meer van het licht. We
willen graag vergeten dat er ook een donkere kant is, we houden onszelf voor de
gek, volgens mij.’
‘Zo is het, Erik. Zo heet je
toch?’
‘Erik Van Dam.’
‘Hoe ben je bij de
vrijmetselarij verzeilt geraakt?’
‘Ik las op internet dat er
hier een loge was en het spirituele heeft mij altijd aangetrokken.’
‘Mij ook.’ Hans roert in zijn
koffie. ‘De lezingen maken dat je zo nu en dan stil staat bij de niet
alledaagse dingen.’
Erik knikt: ‘En om die te
overdenken. Belangrijke dingen en niet alleen de materiële zaken. En dat het
leven helaas ook zijn donkere kanten heeft. Het kan niet altijd feest zijn. Dat
moeten we aanvaarden.’
De man naast hem kijkt afwisselend
naar Hans en Erik. ‘Ik sta daar niet zo bij stil.’
‘Dat doen de meeste mensen,
maar je ogen ervoor sluiten is naïef.’
Hans knikt. ‘Mooi gezegd,
Erik.’
‘En welke donkere kanten
bedoelen jullie?’
De man kijkt naar zijn koffiekom en haalt zijn schouders
op. ‘Ach ja, dan zie ik het even niet zo zitten, dat gaat weer over.’
‘Of tegenslagen die
onoverkomelijk lijken.’
‘Als het overkomelijk is, valt de tegenslag mee.’
‘Tegenslag waardoor je je leven moet veranderen, dat vind ik
moeilijk. Een paar jaar geleden was ik lang werkloos en dacht dat ik niet meer
aan de bak zou komen. Daar werd ik somber van, al speelde ik veel viool. Ten
slotte vond ik deze baan in het ziekenhuis. Het is een eindje reizen, dat neem
ik op de koop toe, er staat tegenover dat de baan bij me past.’
‘De dood,’ zegt Hans.
Oprecht knikt Erik hem toe. ‘De dood moeten we ook aanvaarden.’
‘Ja, die is onvermijdelijk,’ zegt zijn buurman.
‘Dat weten we, aanvaarden is wat anders.’
‘Een overdenker,’ zijn buurman schenkt zich een bak koffie in.
Reacties
Een reactie posten