Een leugen?
Ze loopt drukdoende door de
huiskamer. Als ze me in het vizier krijgt lacht ze naar me.
‘Bent u hier vrijwilliger?’
vraag ik. Ze beaamt het met een vriendelijke lach en gaat verder met het
opruimen van de kopjes en begint in het keukentje af te wassen. En ik trap
erin. Het is de eerste keer dat ik op deze afdeling voor mensen met dementie in
dit verpleeghuis werk. Die avond zorg ik voor de avondmaaltijd.
Later op de avond laat ze me
haar kamer zien: ‘Kijk ik heb een mooie kamer in het zorghotel hè. Met mijn
eigen schilderijen aan de muur. Ik hoefde geen handdoeken mee te nemen, die
krijg ik van het hotel. Al die stakkers moeten hier blijven, ik niet, als mijn
huis is aangepast ga ik weer naar huis.’
Een zorgverlener vertelt mij
later hoe het werkelijk zit.
Deze mevrouw was in het
verpleeghuis opgenomen met de leugen van haar kinderen dat ze tijdelijk in een
zorghotel logeerde. Haar huis zou aangepast worden en daarna zou ze weer naar
huis gaan. Ze was vaak opgewekt in de huiskamer aan het redderen, zat met
bewoners of zorgverleners te babbelen of liep in de gang met papier en pen,
want ze moest ook nog schrijven.
Ze heeft het altijd goed naar
haar zin gehad in dit verpleeghuis, dankzij deze leugen, dankzij de hoop dat ze
ooit weer naar huis zou gaan.
Mag dat? Iemand zo voor de gek
houden? Ook al werkt het?
Mensen met dementie voelen
zich vaak naar, verward en verdrietig omdat ze de wereld om hen heen niet meer
begrijpen. Dat gevoel is mijn doel, tijdens mijn werk. Ik wil er zoveel
mogelijk voor zorgen dat mensen zich prettig voelen. Dat is ook het doel van de
kinderen van deze mevrouw. Zorgverleners en de kinderen passen de werkelijkheid
aan, zodat er hoop en perspectief is voor de bewoner.
Reacties
Een reactie posten